Voorbije dinsdag 22 mei 2023 organiseerde het ABVV-Antwerpen voor het tweede jaar op rij een herdenking voor de vermoorde socialistische vakbondsmilitanten Albert Pot en Theophiel Grijp. In 1936 vermoordt door een lid van een extreemrechtse plakploeg. Oscar Bohnen en zijn begeleider Bart Vanistendael zorgden voor strijdvaardige muziek, waaronder een gelegenheidslied voor Pot en Grijp. Dany Neudt (Helden van het Verzet, foto hierboven © AFF) bracht vergeten verzetshelden in herinnering, en voorzitter van het ABVV-Antwerpen Bruno Verlaeckt legde de link tussen het verleden, het heden en de toekomst. Hieronder fragmenten uit de toespraak van Dany Neudt.

Dany Neudt: “Jaak Pluym was tijdens de Tweede Wereldoorlog een scheepshersteller uit Antwerpen. Hij pleegde verzetsdaden, vertraagde het werk, saboteerde de boel. De nazi’s en hun lokale medeplichtigen arresteerden hem. Ze martelden hem. En ze stuurden hem naar het concentratiekamp van Mauthausen. Daar stierf Jaak op 12 december 1942. Hij was 22 jaar. Rik Hazen was een helper-scheepshersteller uit Antwerpen. Hij pleegde verzetsdaden tegen de nazibezetter. Ze arresteerden hem. Ze martelden hem. En ze stuurden hem naar het concentratiekamp van Mauthausen. Daar stierf Rik op 17 april 1943. Hij was 23 jaar. Albert Adriaenssens was een scheepshersteller uit Merksem. Hij pleegde verzetsdaden tegen de nazibezetter. Ze arresteerden hem. Ze martelden hem. Ze stuurden hem naar het concentratiekamp van Mauthausen. Albert stierf er op 13 december 1943. Hij was 27 jaar. Wie kent Jaak nog? Wie kent Rik nog? Wie kent Albert nog?

“Ik las net de namen voor van drie van de tientallen vermoorde scheepsherstellers tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze werkten bij de toenmalige havenbedrijven Mercantile, Beliard of Union Electric Welding. De meeste van deze scheepsherstellers behoorden tot een vakbond. Velen waren aangesloten bij de Centrale van Metaalbewerkers van België. Van de 45.000 gearresteerde verzetsmensen tijdens de Tweede Wereldoorlog stierven er 15.000. In omstandigheden die wij ons nauwelijks kunnen voorstellen. De Antwerpse scheepsherstellers belandden in twee van de meest barbaarse kampen van Europa. Het SS-strafkamp Breendonk in Willebroek en het concentratiekamp Mauthausen in Oostenrijk, met haar nevenkamp Güsen. De leefomstandigheden waren er zo erbarmelijk, dat de meesten het op die plekken maar enkele maanden volhielden. Deze mensen zijn bij leven zwaar gestraft. Maar de grootste straf volgde na hun dood. Vandaag zijn we deze moedige mensen zo goed als allemaal vergeten.

De scheepsherstellers Jaak Pluym, Rik Hazen en Albert Adriaenssens (foto’s © Michel Moorkens).

“ (…) Wat voor een maatschappij zijn wij als we onze helden niet meer kennen? Zij gaven hun leven voor onze vrijheid. En als dank stopten we ze in een vergeetput. We mogen de namen van al deze mensen om twee goede redenen niet vergeten. Ten eerste, omwille van de rechtvaardigheid. Deze moedige verzetshelden stierven een vreselijke dood. Omdat ze opkwamen voor onze vrijheid, tegen onderdrukking, tegen ontmenselijking, tegen een totalitaire ideologie. Zo lang we hun namen herinneren, zijn ze niet verdwenen. Zo lang we hun namen herinneren kunnen we het moedige verzet van deze helden ook in 2023 nog een waardevolle betekenis geven. Ten tweede, omdat we nooit mogen vergeten waarom deze gewone mensen hun leven riskeerden. Oorlog en bezetting brengen het lelijkste én het mooiste in mensen en structuren naar boven. De nazi’s verboden elke syndicalistische activiteit. Wie het toch deed werd zonder genade aangehouden en wachtte een vreselijke straf. Alle bezittingen en lokalen van de vakbonden werden geconfisqueerd.

“En toch zijn de verzetsdaden van Jaak, Rik en Albert het beste bewijs dat veel syndicalisten op de eerste lijn stonden van de barricades tegen de nazistische terreur. Ze waren hard als ijzer, onbuigzaam als staal. Ze kozen er voor een lichtpunt te zijn, toen onze volledige samenleving in een nevel van gitzwarte duisternis verzonk. (…) De SS’ers konden de individuele verzetshelden misschien martelen, deporteren of doden, maar tegen het verzet als samenwerkingsverband hadden ze geen verhaal. (…) Als we net zoals de verzetsmensen samenwerken, kunnen we het tij keren. En onze verzetshelden eindelijk de eer bewijzen die ze verdienen. Elke dag een beetje meer.

“Op 10 mei 1941 brak de staking der 100.000 uit. Uiteraard niet toevallig een jaar na de inval door nazi-Duitsland. Alhoewel dat ten strengste verboden was, organiseerden Luikse arbeidersvrouwen die dag een optocht aan de poorten van de Cockerill-fabriek. Daarmee uitten ze hun ongenoegen over het tekort aan aardappelen, ‘patatten’. In een mum van tijd werden overal in het land werden zogenaamde ‘patattenbetogingen’ georganiseerd. Ook hier in Antwerpen. Na de optocht van de vrouwen legden zo’n 100.000 arbeiders het werk neer. Uit protest tegen de bevriezing van de lonen, terwijl de voedselprijzen razendsnel stegen. Na 21 dagen legde de bezetter zich bij de overmacht neer: de lonen stegen met 8%, een unicum tijdens de bezetting. Deze overwinning gaf een boost aan het syndicalistisch verzet tegen de bezetter. En uit dat syndicalistisch verzet ontstond na het einde van de Tweede Wereldoorlog het hernieuwde ABVV, een strijdbare vakbond die zich vaak met succes verzet tegen sociaal onrecht. Jullie haalden mee het algemeen stemrecht voor vrouwen binnen. Jullie zorgden voor de invoering van het bestaansminimum en later het leefloon. Jullie realiseerden mee het ouderschapsverlof. En zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Verzet is besmettelijk. Het geeft anderen de kracht om hetzelfde te doen. Verzet geeft hoop. Het toont anderen dat niet alles verloren is.

“Maar vooral: verzet doet dromen. Van een betere wereld. Herinneren is niet enkel terugkijken naar het verleden. Het is ook vooruitkijken naar de toekomst. Dankzij het verzet weten we dat de onvermoeibare strijd loont. Ook al lijkt de tegenstander soms genadeloos en onverslaanbaar. We kunnen en we mogen het gevecht tegen onrecht nooit opgeven. Het goede zal altijd overwinnen. (…)”

“Herinneren is niet enkel terugkijken naar het verleden. Het is ook vooruitkijken naar de toekomst.” (foto © AFF).