Op Twitter werd er over gepraat (hierboven een fragment uit een van de tweets), maar verder hebben we er in de media weinig of niets over gezien. Woensdag 14 september 2022 stemde het Europees Parlement over een Europese richtlijn voor het minimumloon van werknemers. Zoals op 10 februari 2021 toen een resolutie over hogere minimumlonen gestemd werd in het Europees Parlement, stemden N-VA en Vlaams Belang tegen de richtlijn die moet zorgen voor een betere levensstandaard voor de slechts betaalde werknemers in de meeste Europese landen (foto hierboven: het Europees Parlement in Straatsburg © Europees Parlement).
Het vaststellen van het minimumloon blijft een nationale bevoegdheid, maar de lidstaten van de Europese Unie zullen ervoor moeten zorgen dat werknemers fatsoenlijk kunnen leven van het minimumloon. Daartoe zullen zij rekening moeten houden met de kosten van levensonderhoud en andere loonniveaus. Ze kunnen het minimumloon vergelijken met de kosten van een pakket goederen en diensten. Ze kunnen ook het minimumloon vaststellen op 60 % van het mediaan brutoloon en 50 % van het gemiddelde brutoloon. Collectieve onderhandelingen per bedrijfssector en over alle bedrijfssectoren heen zijn essentieel voor de vaststelling van toereikende minimumlonen. Die onderhandelingen moeten daarom bevorderd en versterkt worden. In landen waar minder dan 80 % van de werknemers door collectieve onderhandelingen wordt beschermd, moeten de lidstaten samen met de sociale partners een actieplan opstellen om dat percentage te verhogen.
De EU-landen zullen een controlesysteem moeten opzetten met betrouwbare monitoring, controles en inspecties ter plaatse, om de naleving te verzekeren en onrechtmatige onderaanneming, schijnzelfstandigheid, niet-geregistreerd overwerk of een verhoogde werkdruk aan te pakken. Naar verwachting zal de Europese Raad (de staatshoofden en regeringsleiders van de 27 EU‑lidstaten, de voorzitter van de Europese Raad en de voorzitter van de Europese Commissie, AS) het akkoord later deze maand formeel goedkeuren. De lidstaten zullen vervolgens twee jaar de tijd hebben om aan de richtlijn te voldoen. Nu worden de hoogste minimumlonen uitgekeerd in Luxemburg, Ierland en Duitsland, en de laagste in Bulgarije, Letland en Estland.
Volgens Kathleen Van Brempt (Vooruit) halen 17 van de 27 lidstaten de referentiewaarden niet, ook België niet. “In België bedraagt het minimumloon 39,7 % van het gemiddelde brutoloon en 46,6 % van het mediaan brutoloon. Voor de allerlaagste lonen in ons land betekent dat een stijging van 10,89 euro per uur naar 12 euro per uur, of omgerekend zo’n 2.000 euro per maand”, zegt Van Brempt (De vakbonden vragen 14 euro per uur, AS). Het akkoord bepaalt dat de lidstaten de wettelijke minimumlonen minstens om de twee jaar moeten actualiseren. Een uitzondering is voorzien voor landen als België die werken met een automatische indexering. Zij moeten slechts om de vier jaar updaten.
Daarnaast zet de nieuwe richtlijn sterk in op collectieve loononderhandelingen. Onderzoek wijst immers uit dat landen met een traditie in collectieve onderhandelingen doorgaans minder laagbetaalde werknemers en hogere minimumlonen hebben. “Dit voorstel moedigt vooral andere lidstaten aan om net zoals België collectief loonoverleg met sociale partners op te starten. Bovendien zullen lidstaten met veel werknemers die aan minimumlonen werken, zoals Polen, Hongarije of Roemenië, hun loon nu flink omhoog zien gaan”, zegt Sarah Matthieu (Groen).

Over de nieuwe regelgeving had het Europees Parlement voor het zomerreces al een akkoord bereikt met de lidstaten. Dat compromis werd nu in Straatsburg goedgekeurd met 505 tegen 92 stemmen en 44 onthoudingen. Bij de tegenstemmers: de drie Europarlementsleden voor de N-VA: Geert Bourgeois, Johan Van Overtveldt en Assita Kanko, en de drie Europarlementsleden voor het Vlaams Belang: Gerolf Annemans, Filip De Man en Tom Vandendriessche. Assita Kanko verdedigde haar tegenstem op Twitter met: “ Wij komen op voor hogere nettolonen. Voor een waardig loon voor iedereen. Het voorstel waar @de_NVA tegenstemde, voert echter de brutolonen op en ondergraaft zo verder onze competitiviteit. Niemand heeft daar baat bij. Bovendien hoort wetgeving over lonen thuis op nationaal niveau.”
Dat laatste is wat het Europees Parlement zelf stelt in haar communicatie: het vaststellen van de minimumlonen blijft een nationale bevoegdheid. Twee, het zal iemand met de laagste lonen worst wezen of de verhoging van de minimumlonen er komt louter op initiatief van de eigen regering of met een por in de rug van het Europees Parlement. Het eerste argument, over de brutolonen, is ook al onnozel. Als de concurrentiepositie van ons land afhangt van de hoogte van de allerlaagste lonen, is het slecht gesteld met die concurrentiepositie. Er zijn véél méér factoren die daar een belangrijker rol in spelen. Bovendien zal het verhogen van de minimumlonen in landen als Polen, Hongarije en Roemenië de concurrentiepositie van de Belgische bedrijven versterken.
Een ander idee van N-VA en Vlaams Belang over de lonen, namelijk enkel de nettolonen indexeren, werd vorige week afgeschoten door ACV-voorzitter Marc Leemans. Het is op basis van de brutolonen dat de pensioenen en uitkeringen berekend worden, en met enkel de nettolonen te indexeren zouden de pensioenen en uitkeringen achterblijven op de levensduurte. Bovendien gaan met het enkel indexeren van de nettolonen, de inkomsten voor de sociale zekerheid en collectieve diensten als veiligheid, zorg en onderwijs, niet mee met de stijgende prijzen. Na de tekorten die men dan gaat vaststellen, gaat men roepen dat het ‘noodzakelijk’ is te besparen op de sociale zekerheid en de openbare diensten.
Vlaams Belang’er Tom Vandendriessche schrijft in een Facebook-advertentie: “De Partij voor de Allochtonen (PVDA) en links in het algemeen verspreiden leugens over de stemming over de minimumlonen.” Wie niet eens objectief kan schrijven dat PVDA staat voor “Partij van de Arbeid” en niet “…voor de Allochtonen” verliest vanaf de eerste zin zijn geloofwaardigheid. Volgens Vandendriessche moet het minimumloon in België “nog 5 % omhoog”. Het klinkt genereus, maar met de in het Europees Parlement goedgekeurde richtlijn zou het minimumloon in België met zo’n 10 % stijgen. Waar hebben de mensen met de allerlaagste lonen dan het meest profijt bij?
Overigens moeten we niet te vlug juichen. Het is maar de vraag of landen als Polen, Hongarije en Roemenië die Europese richtlijn voor het verhogen van de minimumlonen gaan toepassen. België kan terzake niet hoog van de toren blazen. België blijft bij de slechtste leerlingen van de klas wanneer de rapporten over de omzetting van Europese richtlijnen worden uitgereikt. Maar tegenstemmen in het Europees Parlement helpt zeker niet om de minimumlonen te verhogen.

N-VA en Vlaams Belang zijn twee zusterpartijen, bij wie het “kiesvee” voortdurend van de ene naar de andere partij overloopt. Het zijn twee partijen, die geen achting hebben voor de gewone man, voor de arbeidende klasse. Ze kijken neer op de modale burger en klampen zich vast aan de begoede burgerij, want vandaar komt het geld waarmee ze met veel trompetgeschal hun politieke propaganda financieren. Het zijn twee neo-fascistische partijen, waarbij Vlaams Belang een beetje “eerlijker” uitkomt voor wat ze propageert, terwijl de andere (N-VA) precies hetzelfde doet, maar alles verpakt met een gekleurd strikje errond, met de bedoeling de burger te bedriegen om alzo zijn stem te bemachtigen.
Het is een publiek geheim dat Bart De Wever neerkijkt op Jan met de pet. Hij vergeet echter vanwaar hijzelf afkomstig is. Een man, die absoluut niet te vertrouwen is en die, al wie niet met zijn ideologie overeenstemt, ofwel schoffeert, ofwel belachelijk maakt, ofwel ronduit beledigt. Eigenlijk een gevaarlijke vent, die mensen en gemeenschappen tegen elkaar ophitst. Een nazaat ook van een collaborateur, net zoals Geert Bourgeois, de stichter van N-VA, er een is.