Vandaag is het precies dertig jaar geleden dat het Vlaams Belang, toen: Vlaams Blok, een politieke doorbraak kon forceren met 10,3 % van de stemmen bij de parlementsverkiezingen op 24 november 1991. Een dag die de geschiedenis inging als ‘Zwarte Zondag’. Gisteren schetsten we wat voorafging aan verkiezingsresultaten, en wat volgde. We blikten ook terug op de bedenkingen die een werkgroep van mensen in en om de Socialistische Partij (SP) maakte over hoe het tot die verkiezingsuitslag is gekomen, en hoe herhaling ervan vermijden (foto links hierboven: het boek 24 november 1991. De betekenis van een verkiezingsuitslag waarin die bedenkingen gepubliceerd werden © RV). De leden van de werkgroep waren: Johan Bijttebier (foto rechts hierboven © Gertie De Ferm), Paul Butenaerts, Kris Deschouwer, Mark Elchardus, Helmut Gaus, Dirk Houttekier, Luc Huyse, Ann Neels, Marc Swyngedouw en Thierry Vanderkindere. Aan de eerste in dit rijtje vroegen wij om terug te kijken naar 24 november 1991 en wat er nu moet gebeuren. Uiteraard is dit één visie. Het was niet haalbaar alle tien werkgroepleden aan het woord te laten, en aan nog eens Mark Elchardus hebben wij geen behoefte. Johan Bijttebier is Antwerpenaar en houdt kantoor als advocaat in de wijk Seefhoek waar BRT- (nu: VRT-) journalist Paul Muys in 1988 al opmerkelijke uitspraken noteerde.   

24 november 1991. Wat is jouw eerste gedachte bij die datum? Johan Bijttebier: “In de rest van de wereld zal  deze datum  een belletje doen rinkelen bij  rockfans: de sterfdatum van Freddy Mercury, zanger van Queen. Voor progressief Vlaanderen dreunt dan echter de alarmklok van Zwarte Zondag. De doorbraak van het Vlaams Blok is een feit. Was dit een complete verrassing? Laten we verder terugblikken. Het is september 1988. Gewapend met een microfoon en in opdracht van Radio Centraal sta ik te kleumen in de Offerandestraat (in de Seefhoek, AS). Wij informeren bij de omstaanders naar de kiesintenties. De helft geeft  te kennen dat men op het Vlaams Blok gaat stemmen. Ik stel enkele manipulatieve vragen. Of het wel een goed idee is om op een fascistische partij te stemmen? Prompt antwoord: “Maar mijnheer, de Volksunie is de partij van de zwarten, niet het Vlaams Blok, hé”. Met de staart tussen mijn  benen verlaat ik de Offerandestraat.”

“Enige maanden later word ik lid van de SP (intussen: Vooruit). Ik sluit mij aan bij de afdeling van Leona Detiège, werk mee aan het wijkcentrum ’t Faboert, en sticht met enkele vrienden de Multatuli-groep. ’t Faboert is een buurthuis in de Seefhoek. Er is  waardering voor onze werking, maar we hebben een donkerbruin vermoeden dat sommigen zijn overgestapt naar het Blok. In de Sint-Andrieswijk is café Multatuli een bekende pleisterplaats. De hartelijke Maurice Duytschaever biedt er onderdak aan de middenkaders in Antwerpen. We stichten een denktank, houden ons bezig met projecten rond stadsontwikkeling en soebatten over de indommelende Socialistische Partij. We pleiten voor grondige vernieuwing. De club heeft behoorlijk veel aanhang. Het partijapparaat bekijkt het met argusogen. Er verandert evenwel niks. Het laat zich voorspellen: we gaan een rammeling krijgen in het stemlokaal. Dat gebeurt op 24 november 1991.”

De ideale schoonzoon, niet? (foto © AFF).

Je was lid van een werkgroep die in de wandelgangen de commissie-Huyse werd genoemd. “Frank Vandenbroucke was toen voorzitter van de partij en een overtuigd voorstander van de partijvernieuwing. Belangrijke afdelingen zoals Antwerpen zien evenwel geen noodzaak tot vernieuwing. Hoe pak je dat aan? Onder leiding van Luc Huyse wordt de gelijknamige  werkgroep opgericht met academici, militanten van de Multatuli-groep en twee mensen uit het partijapparaat. Het was een fijne ervaring. Politieke meningsverschillen waren er zelden. Het waren een tiental middagen en gesprekken met mensen uit alle segmenten van de samenleving. Onder leiding van Luc Huyse komt een boekje tot stand. De ‘aanraders’ achteraan worden door iedereen ondertekend. Het boek krijgt veel aandacht. Het trauma in de linkerzijde is groot.”

Hoe kijk je terug naar deze periode? Wat blijf relevant en wat niet? “Stadsvernieuwing, onderwijs en de uitbreiding van sociale huisvesting blijven actueel. Partijcliënteelisme zal aangepakt worden. Andere zaken zijn wat wazig. We spreken over  ‘de vreemdelingenproblematiek’. Hoe gaan oude bewoners en nieuwkomers samenleven? Het moet  gebeuren, maar een concrete strategie ontbreekt. Het is er tot op vandaag niet van gekomen. Het thema van politieke vluchtelingen wordt niet benoemd. De eisen van de vrouwenbeweging? Er zit maar één vrouw in de werkgroep. Hebben we goed geluisterd? Ik herlees de tekst. De partijvernieuwing en het parlement. Hoe kan er in dit landje met vastgeroeste particratie verandering komen? De progressieve frontvorming en het milieu. Oproepen dat de partij zich opnieuw moet verbinden met de volkswijken. Dat is niet gebeurd. De ledenpartijen zijn verveld tot kiesverenigingen. Misschien is de PVDA  nog het meest trouw gebleven aan de idealen van een ledenpartij.”

Hoe werd de tekst onthaald binnen de SP? “Het boek krijgt veel aandacht in de pers. De problematiek van protestpartijen is nieuw en houdt veel mensen in diverse partijen bezig. Er is een rondgang in diverse afdelingen. In Antwerpen wordt  het manifest besproken op een goed bijgewoonde vergadering. De vijf ‘Multatuli-isten’ kunnen in de zaal plaats nemen en naar hun tekst luisteren. De tekst wordt ingeleid door een partijbons. Ik ben de naam van de brave man vergeten. Zonder rancune kan ik terugblikken, de SP heeft een warme toog. We zijn met iedereen vriend gebleven, maar het is en blijft een feit dat geen van de leden van de Multatuligroep ooit een kans heeft gekregen om de vernieuwing door te drukken of om deel te nemen aan nationale verkiezingen. Het bleef bij het adagium ‘Ze dronken een glas, deden een plas en alles bleef zoals het was’.

Paula D’Hondt in gesprek met bewoners van de Seefhoek. Naast haar: Yusuf Ozer (op de foto: rechts van Paula D’Hondt) die geïnterviewd werd voor Van Adamo tot Zamouri (Uitg. Kritak, 1991), op een boek over de Limburgse mijnwerkers na het eerste boek waarin migranten zélf het woord kregen (foto © archief AFF).

Met Paula D’Hondt als Koninklijk Commissaris voor het Migrantenbeleid vanaf 1989, en de oprichting van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding vanaf 1993 (nu: Unia), werd een nieuw accent gelegd in het beleid. Hoe evalueer jij dit? “Aanvankelijk is er de ad-hoc structuur rond de charismatische Paula D’hondt. Het is hartverwarmend. Vervolgens is er die  permanente structuur ontstaan, nu: Unia. Het  bestrijden van racisme in al zijn verschijningen en anderzijds het verdedigen en activeren van gelijke kansen. Unia kan een goed palmares voorleggen. Wat verdient volgens mij nog extra aandacht? Het is geen sinecuur  om op te groeien in een gezin van Jehova of andere strekkingen. Pubers en volwassenen die  zich willen onttrekken aan wat zij een dwangbuis vinden, hebben  recht op onze aandacht en steun. Dat is een werkpunt.”

Met het Sociaal Impulsfonds (SIF) van de Vlaamse Regering werd vanaf 1996 geld vrijgemaakt voor impulsen aan het sociaal beleid in steden en gemeenten. In 2003 werd die specifieke betoelaging stopgezet. Het geld ging voortaan naar het Gemeentefonds en het Stedenfonds. Sociale projecten verdwenen, er kwam meer geld voor algemeen beleid. Is daar geen fout gemaakt of was dat terecht? “Vanaf juli 2003 werd het SIF opgenomen in het Gemeente- en Stedenfonds, weliswaar onder stevig protest van de welzijnssector. In oktober 2002 betoogde men in Antwerpen omdat sociale doelstellingen ondergeschikt dreigden te worden gemaakt aan het opwaarderen van de fysieke infrastructuur en de stedelijke imagebuilding. De aanzet van een lokaal sociaal beleid, via middelen van het Sociaal Impulsfonds, werd in de kiem gesmoord. De stad wou af van al die ‘kleine sociale projecten’. Een veel te losse en kleinschalige aanpak, waar geen samenhang in zat, vonden ze. Ze wilden zelf die middelen inzetten. Het is een gemiste kans. Doodjammer.”

Je bent opgestapt bij de SP. Waarom? “Frank Vandenbroucke kon niet aanblijven na het Agusta-schandaal (de aankoop van legerhelikopters waarbij smeergeld werd betaald, AS) en zijn uitspraak dat het smeergeld in de SP-kas beter verbrand wordt. Louis Tobback werd voorzitter.  Een machtspoliticus pur sang. Behoudens meer vrouwelijke kandidaten op de lijsten was het met de partijvernieuwing afgelopen. Partijvergaderingen werden ‘paradevergaderingen’ met ellenlange monologen van Tobback. Enkele mensen van de linkerzijde stellen een open brief op en vragen uitleg over Agusta. Lode Hancké, Luc Huyse, Jef Sleeckx, Koen Raes en ikzelf.  De ware toedracht over de Agusta-affaire bevindt zich nog steeds in de sarcofaag van de geschiedenis van de partij. Waar is dat geld gebleven? Ik besloot niet langer te wachten en vroeg een lidmaatschap aan bij Agalev (nu: Groen). Ik vond er jonge militanten. Na de vergadering blijft men niet lang hangen aan de toog, maar er kon gewerkt worden aan projecten.”

Affiche van het ‘8 Mei Collectief’ bij gelegenheid van de installatie van de nieuwe gemeenteraad in 2001 in Antwerpen, met twintig Vlaams Blok-gemeenteraadsleden; affiche voor het 1 mei-feest van Agalev in 2003 op de Veemarkt in Antwerpen; in de achtergrond de Antwerpse gemeenteraadszaal in de opstelling toen Johan Bijttebier in 2001-2006 gemeenteraadslid was (foto’s © Amsab en archief AFF).

“Een van de fijne herinneringen was het 1 mei-feest op de Veemarkt in Antwerpen. Een heerlijke tijd. Bij momenten was alles mogelijk. Groen en Rood en onafhankelijken zaten  er samen. Sommige big players waren niet blij: ‘kardinaal’ Guy Peeters (van de Socialistische Mutualiteiten, sterke man achter de schermen bij de Socialistische Partij in Antwerpen, AS) en zijn entourage aan de ene kant, Mie(ke) Vogels aan de andere kant. Die waren geen fans. (Detail uit de geschiedenis: Het socialistisch 1 mei-feest na de traditionele optocht vond aanvankelijk plaats in de omgeving van Het Steen, op korte afstand van de Veemarkt. Om te vermijden dat mensen van het rode 1 mei-feest aan Het Steen naar het groene 1 mei-feest op de Veemarkt zouden wandelen en vice versa, werd het rode 1 mei-feest verplaatst naar een heel eind verder in het zuiden van Antwerpen, AS). Het (groene) 1 mei-feest ging na een tijdje niet meer door. Ik ben Groen en de kiezers erkentelijk dat ik in de gemeenteraad de belangen van de Antwerpenaar kon bepleiten. Daar troonde ik op het verste bank, uiterst links in de prachtige zaal op ’t Schoon Verdiep. Heb ik dat goed gedaan? Dat vraag ik me vaak af. Als enige en eerste politicus heb ik – tegen de wil van Mieke “Wat een schone brug.” Vogels in –  vragen gesteld in de gemeenteraad over de Oosterweel-snelweg. Een grote burgerbeweging was nodig om een nieuw verhaal te schrijven.“

De socialisten zijn in 2012 door de N-VA verdreven uit het Antwerps stadhuis. Sinds 2019 zijn ze er terug bij met enkele schepenen, maar de leidende kracht op het Antwerps stadhuis is nog steeds de N-VA. Ook in de Vlaamse regering is de N-VA de leidende kracht, met achtereenvolgens Geert Bourgeois en Jan Jambon als Vlaams minister-president. Vlaams Belang is in de kiespeilingen na de laatste verkiezingen keer op keer de grootste partij. Hoe met die gegevens meer kracht geven aan de progressieve stem in Vlaanderen? “Ik ben Maarten Luther King niet, maar ik heb een droom. Laat ik via deze website een oproep doen. Het moment is aangebroken om een fusie van twee partijen op de agenda te zetten. Geen kartel, geen samenwerking, een echte fusie. Vooruit en Groen  moeten doordrongen zijn van de vaststelling dat Vlaanderen het ‘Beieren aan de Noordzee’ is. Wat betekent dit? Emancipatorisch Vlaanderen beschikt over een maximaal reservoir van 30 % kiezers. Om de beurt mag de leiding van een van deze partijen proeven van het pluche van de macht. Vervolgens wordt ze  er uitgebonjourd. Haasje over. Dan is het tijd voor ‘de andere partij’.  Vervolgens opnieuw haasje over. De burgerij zit aan de hendels van de media en speelt ons tegen elkaar uit. We laten ons keer op keer een oor aannaaien. Rode ecologisten en  groene socialisten, scholieren, samen in één bad, met de steun van de syndicale organisaties. We laten ons niet meer uit elkaar spelen. We zorgen voor een nieuwe dynamiek in Vlaanderen. Dit is de enige manier om de opmars van het Vlaams Blok te counteren en de verrechtsing van Vlaanderen om te buigen. Door het breekijzer van een fusiepartij. Het is de hoogste tijd.”

Een van de volgende dagen volgt een andere visie over 24 november 1991 en wat erna, met een recensie van het boek van Blokbuster-woordvoerder Geert Cool Consequent antifascisme. Lees intussen ook de driedelige reeks die Apache vanaf vandaag publiceert over Dertig jaar Zwarte Zondag.

Johan Bijttebier als vijfde van links, in gesprek met Els Bastiaens, op een ‘Eenheid tegen fascisme’-betoging ingericht door het Anti-Fascistisch Front (AFF) in 1999 in Antwerpen (foto © AFF).
Siegfried Bracke maakte als VRT-verslaggever een correct verslag van genoemde AFF-betoging. Intussen is zijn zin voor objectiviteit ergens verloren geraakt (foto © AFF).